Status
Niet open voor verdere reacties.

Ivan

Oprichter
Forumleiding
Admin
Intern geheugen van een computer bestaat uit zogenaamde geheugenmodules (smalle strips met computerchips erop die in de computer op het moederbord gestoken kunnen worden) en is tijdelijk RAM-geheugen (zie vorige tip).
Voor Windows XP is het aan te raden minimaal 512 MB intern geheugen te hebben, ook wel werkgeheugen genoemd. Veel leveranciers beweren, dat 256 MB voldoet en volgens Microsoft is zelfs 128 MB voldoende. Maar de praktijk leert, dat de meeste gebruikers van computers meerdere programma's tegelijkertijd draaien en dan is 512 MB niet eens zo'n luxe. Hoe meer intern geheugen, hoe sneller en vooral stabieler de computer werkt.

Als u enkel en alleen de computer opstart met Windows (zonder verdere programma's), dan staan er al heel wat kleinere en grotere programma's in dat interne geheugen. Om te beginnen is dat Windows zelf. Maar bijvoorbeeld ook alle hulpprogramma's (die gedeeltelijk terug te vinden zijn in de zogenaamde "system tray", dat is rechtsonder op de taakbalk bij het klokje) staan in het interne geheugen. Dat zijn programma's zoals een virusscanner, een firewall, internet-verbindingen, etc. Vrijwel al die programma's bezetten per stuk al gauw 32 MB van het interne geheugen.
Als u vervolgens bijvoorbeeld Word gaat openen, dat wordt er nog eens een flink deel van het interne geheugen in gebruik genomen. En met elk extra programma dat u opent, raakt het interne geheugen voller.

Als het interne geheugen helemaal vol is, dan zou de computer eigenlijk niet meer kunnen werken. Maar daar is een oplossing voor bedacht. Als het interne geheugen vol is, dan zet Windows automatisch programma's die toch even op dat moment niet gebruikt worden op de harde schijf. Het gedeelte van de harde schijf dat daarvoor gebruikt wordt, noemt men het "virtuele geheugen" of "wisselbestand". De harde schijf werkt dan als een soort uitbreiding van het interne geheugen.
De grootte van het virtuele geheugen wordt door Windows automatisch ingesteld, maar u kunt het virtuele geheugen zelf groter (of kleiner) maken via het Configuratiescherm. Kijk even in de Helpfunctie van uw versie van Windows om te zien waar en hoe u die instellingen kunt wijzigen.

Het virtuele geheugen is dus een handige oplossing voor te weinig intern geheugen. Maar het heeft ook nadelen. Virtueel geheugen is langzamer dan intern geheugen (omdat de harde schijf langzamer is dan het interne geheugen). Het vergroten van het virtuele geheugen kan langzame computers iets sneller maken, maar het komt vaker voor dat uitbreiding van het interne geheugen veel meer effect heeft. De gebruiker zal in veel gevallen het gevoel hebben over een nieuwe computer te beschikken als enkel het interne geheugen is uitgebreid.

Tip: als u uw computer al lange tijd aan hebt staan, dan loopt het interne geheugen langzaamaan vol, ook na het afsluiten van allerlei programma's. De beste remedie is dan, om de computer een keer opnieuw op te starten.
 
Status
Niet open voor verdere reacties.
Terug
Bovenaan Onderaan