► e-mobiliteit? Het is zover: in 2019 definitieve doorbraak..!◄
Koen Schoors Hoogleraar economie UGent 26 december 2018
Wat brengen 2019 en de nabije toekomst ons? We vroegen acht opiniemakers om in hun glazen bol te kijken, telkens voor één aspect dat 2018 mee heeft bepaald. Vandaag buigt hoogleraar economie Koen Schoors zich over de elektrische mobiliteit.
De doorbraak van de e-mobiliteit wordt al decennia geremd door de cynische inertie van de gevestigde economische belangen. 2019 wordt het langverwachte keerpunt. De elektrische motor is een veel beter idee dan de verbrandingsmotor. En goede ideeën sterven niet, ze belanden hooguit in de koelkast, in afwachting van betere tijden. Elektrische motoren zijn kleiner, werken efficiënter en hebben minder onderhoud nodig. Ze zijn krachtiger, produceren geen lawaai, trillingen of uitlaatgassen, accelereren als een dolle, en zijn deel van een slim en lerend netwerk.
Zodra je met een e-auto hebt gereden, wil je niet meer terug naar die stinkende rammelkar. Ook de door de olielobby aangewakkerde afstandsangst wordt in de nabije toekomst herleid tot een ingebeeld probleem. Binnen vijf jaar zorgen de verbetering en de opschaling van de batterijtechnologie ervoor dat e-auto’s evenveel autonomie hebben als de beste diesels. En dan is het hek van de dam.
Ik probeer niet uw lekker lopende en brandstof zuipende 4x4 in te pikken. Ik beweer gewoon dat u die binnenkort niet eens meer wilt, omdat er volgens u iets beters en goedkopers in de aanbieding zal zijn. Het tijdperk van de verbrandingsmotoren is definitief voorbij, we zien het nog niet in. Er blijven natuurlijk wel wat verbrandingsmotoren over: voor de sport, voor de aardigheid, of om mee uit te pakken. Maar net zoals verbrandingsmotoren de paarden tot een dure en leuke irrelevantie hebben herleid, zullen elektrische motoren de verbrandingsmotor irrelevant maken.
Eerst zal het niet echt opvallen, vervolgens zien we in een dramatische versnelling steeds meer elektrische auto’s in het straatbeeld verschijnen en uiteindelijk verdwijnen de oude stinkkarren volledig uit beeld wegens te vuil, te luid, te duur en te onwenselijk. Leg over tien jaar maar eens uit aan de buren dat je nog met een ouderwetse auto rondrijdt in de wijk waar je gezin woont. Erger dan roken in de slaapkamer van de kinderen, het zou bij wet verboden moeten zijn. En ook dat komt er ooit.
Stille revolutie
De mensen hebben het al lang door, getuige de stille revolutie van tienduizenden werknemers die de ochtendfile hebben ingeruild voor een tocht op de fiets ondersteund door een elektrische motor. Ze doen het ondanks het feit dat een elektrische fiets vele malen duurder is dan een gewone fiets. Ze doen het ondanks de gaten in de weg, de niveauverschillen op fietspaden, de levensgevaarlijke kruispunten en de dodenwegen waarop ze zich rakelings langs een bewegende muur van auto’s en vrachtwagens moeten riskeren.
Ze doen het omdat ze het willen. Ze leven gezonder, blijven weg uit de file, produceren geen lawaai of vervuiling, en arriveren met een fris hoofd op het werk. En ze doen het omdat het kan. Een elektrische fiets laat zich makkelijk stallen en is eenvoudig op te laden. Als we eindelijk degelijk werk maken van een goed netwerk van fietssnelwegen en een fijnmazig netwerk van veilige lokale fietspaden, zal dat nog exponentieel toenemen.
Elektrische auto’s willen we ook, maar voorlopig kan dat nog niet echt. Heel wat van die volledig elektrische auto’s worden vanaf volgend jaar in België geproduceerd, bijvoorbeeld in de fabrieken van Audi in Vorst en die van Volvo in Gent. Dankzij onze ratjetoe van ruimtelijke wanordening wonen relatief veel gezinnen vlak bij dichtslibbende verkeersaders, met alle milieu- en geluidsoverlast van dien. We hebben dus erg goede redenen om versneld in te zetten op de elektrificatie van mobiliteit. Het is goed voor de werkgelegenheid en goed voor de volksgezondheid, en op die manier ook goed voor de gezondheid van de begroting.
Salariswagens
We willen dus wel elektrische auto’s, maar voorlopig kunnen we er nog niet echt voor gaan wegens onvoldoende investeringen in de ondersteunende infrastructuur - denk aan laadpalen en slimme elektriciteitsnetwerken - en wegens het bepekte aantal beschikbare modellen. Hoog tijd om in 2019 ook hier de juiste keuzes te maken om zo het tij te keren.
We zouden kunnen beginnen met de versnelde elektrificatie van de vloot salariswagens. Wie niet voor een elektrische motor kiest, krijgt geen aftrek van sociale lasten. En in plaats van werknemers een tankkaart te geven kunnen ondernemingen windmolens of zonnecellen op het bedrijfsterrein installeren, zodat de salariswagens daar overdag kunnen opladen. Op piekmomenten kunnen stilstaande elektrische auto’s tegen een vergoeding de elektriciteit leveren die ze op een dal moment hebben opgeslagen, waardoor er meer evenwicht komt op het elektriciteitsnetwerk.
Door ’s nachts auto’s volledig op te laden worden de elektriciteitsprijzen ook ’s nachts positief, wat het dan weer economisch een pak interessanter maakt om te investeren in windmolens. Daarnaast beginnen we met de bouw van een fijnmazig netwerk van elektrische laadstations, zodat ook mensen die geen eigen elektriciteit kunnen produceren hun auto’s vlot kunnen gebruiken.
Daarna verleggen we het debat naar vrachtwagens en schepen, ver na de steden de grootste verborgen vervuilers. Waarom aanvaarden we dat containerschepen op de verbranding van ruwe aardolie draaien, de vervuilendste en goedkoopste manier van propulsie aller tijden? Willen we gewoon ons onblusbare verlangen naar steeds meer overbodige goedkope spullen bevredigen, of is er een diepere oorzaak?
Ook hier ontkiemt in 2019 de hoognodige verandering. En dat allemaal te midden van politieke chaos.
Koen Schoors, Hoogleraar economie UGent
Koen Schoors Hoogleraar economie UGent 26 december 2018
Wat brengen 2019 en de nabije toekomst ons? We vroegen acht opiniemakers om in hun glazen bol te kijken, telkens voor één aspect dat 2018 mee heeft bepaald. Vandaag buigt hoogleraar economie Koen Schoors zich over de elektrische mobiliteit.
De doorbraak van de e-mobiliteit wordt al decennia geremd door de cynische inertie van de gevestigde economische belangen. 2019 wordt het langverwachte keerpunt. De elektrische motor is een veel beter idee dan de verbrandingsmotor. En goede ideeën sterven niet, ze belanden hooguit in de koelkast, in afwachting van betere tijden. Elektrische motoren zijn kleiner, werken efficiënter en hebben minder onderhoud nodig. Ze zijn krachtiger, produceren geen lawaai, trillingen of uitlaatgassen, accelereren als een dolle, en zijn deel van een slim en lerend netwerk.
Zodra je met een e-auto hebt gereden, wil je niet meer terug naar die stinkende rammelkar. Ook de door de olielobby aangewakkerde afstandsangst wordt in de nabije toekomst herleid tot een ingebeeld probleem. Binnen vijf jaar zorgen de verbetering en de opschaling van de batterijtechnologie ervoor dat e-auto’s evenveel autonomie hebben als de beste diesels. En dan is het hek van de dam.
Ik probeer niet uw lekker lopende en brandstof zuipende 4x4 in te pikken. Ik beweer gewoon dat u die binnenkort niet eens meer wilt, omdat er volgens u iets beters en goedkopers in de aanbieding zal zijn. Het tijdperk van de verbrandingsmotoren is definitief voorbij, we zien het nog niet in. Er blijven natuurlijk wel wat verbrandingsmotoren over: voor de sport, voor de aardigheid, of om mee uit te pakken. Maar net zoals verbrandingsmotoren de paarden tot een dure en leuke irrelevantie hebben herleid, zullen elektrische motoren de verbrandingsmotor irrelevant maken.
Eerst zal het niet echt opvallen, vervolgens zien we in een dramatische versnelling steeds meer elektrische auto’s in het straatbeeld verschijnen en uiteindelijk verdwijnen de oude stinkkarren volledig uit beeld wegens te vuil, te luid, te duur en te onwenselijk. Leg over tien jaar maar eens uit aan de buren dat je nog met een ouderwetse auto rondrijdt in de wijk waar je gezin woont. Erger dan roken in de slaapkamer van de kinderen, het zou bij wet verboden moeten zijn. En ook dat komt er ooit.
Stille revolutie
De mensen hebben het al lang door, getuige de stille revolutie van tienduizenden werknemers die de ochtendfile hebben ingeruild voor een tocht op de fiets ondersteund door een elektrische motor. Ze doen het ondanks het feit dat een elektrische fiets vele malen duurder is dan een gewone fiets. Ze doen het ondanks de gaten in de weg, de niveauverschillen op fietspaden, de levensgevaarlijke kruispunten en de dodenwegen waarop ze zich rakelings langs een bewegende muur van auto’s en vrachtwagens moeten riskeren.
Ze doen het omdat ze het willen. Ze leven gezonder, blijven weg uit de file, produceren geen lawaai of vervuiling, en arriveren met een fris hoofd op het werk. En ze doen het omdat het kan. Een elektrische fiets laat zich makkelijk stallen en is eenvoudig op te laden. Als we eindelijk degelijk werk maken van een goed netwerk van fietssnelwegen en een fijnmazig netwerk van veilige lokale fietspaden, zal dat nog exponentieel toenemen.
Elektrische auto’s willen we ook, maar voorlopig kan dat nog niet echt. Heel wat van die volledig elektrische auto’s worden vanaf volgend jaar in België geproduceerd, bijvoorbeeld in de fabrieken van Audi in Vorst en die van Volvo in Gent. Dankzij onze ratjetoe van ruimtelijke wanordening wonen relatief veel gezinnen vlak bij dichtslibbende verkeersaders, met alle milieu- en geluidsoverlast van dien. We hebben dus erg goede redenen om versneld in te zetten op de elektrificatie van mobiliteit. Het is goed voor de werkgelegenheid en goed voor de volksgezondheid, en op die manier ook goed voor de gezondheid van de begroting.
Salariswagens
We willen dus wel elektrische auto’s, maar voorlopig kunnen we er nog niet echt voor gaan wegens onvoldoende investeringen in de ondersteunende infrastructuur - denk aan laadpalen en slimme elektriciteitsnetwerken - en wegens het bepekte aantal beschikbare modellen. Hoog tijd om in 2019 ook hier de juiste keuzes te maken om zo het tij te keren.
We zouden kunnen beginnen met de versnelde elektrificatie van de vloot salariswagens. Wie niet voor een elektrische motor kiest, krijgt geen aftrek van sociale lasten. En in plaats van werknemers een tankkaart te geven kunnen ondernemingen windmolens of zonnecellen op het bedrijfsterrein installeren, zodat de salariswagens daar overdag kunnen opladen. Op piekmomenten kunnen stilstaande elektrische auto’s tegen een vergoeding de elektriciteit leveren die ze op een dal moment hebben opgeslagen, waardoor er meer evenwicht komt op het elektriciteitsnetwerk.
Door ’s nachts auto’s volledig op te laden worden de elektriciteitsprijzen ook ’s nachts positief, wat het dan weer economisch een pak interessanter maakt om te investeren in windmolens. Daarnaast beginnen we met de bouw van een fijnmazig netwerk van elektrische laadstations, zodat ook mensen die geen eigen elektriciteit kunnen produceren hun auto’s vlot kunnen gebruiken.
Daarna verleggen we het debat naar vrachtwagens en schepen, ver na de steden de grootste verborgen vervuilers. Waarom aanvaarden we dat containerschepen op de verbranding van ruwe aardolie draaien, de vervuilendste en goedkoopste manier van propulsie aller tijden? Willen we gewoon ons onblusbare verlangen naar steeds meer overbodige goedkope spullen bevredigen, of is er een diepere oorzaak?
Ook hier ontkiemt in 2019 de hoognodige verandering. En dat allemaal te midden van politieke chaos.
Koen Schoors, Hoogleraar economie UGent