Windows bestaat al tientallen jaren, wat betekent dat het meerdere evolutiefasen heeft doorlopen in verschillende tijdperken van technologie om te worden wat het nu is. Aangezien duizenden Microsoft-technici hebben gewerkt aan Windows, dat door honderden miljoenen klanten wordt gebruikt, is het logisch dat het besturingssysteem veel kleine "verborgen" functies bevat die Redmond niet aanprijst, meestal omdat de overgrote meerderheid ze niet nodig heeft.
Maar ééntje is toch wel interessant voor de meeste gebruikers :
Als je erg op je gegevens let, heeft Windows een lokale back-upoptie die bijzonder handig kan zijn, vooral als de interne harde schijf van je computer per ongeluk beschadigd raakt. In principe kun je met Windows verbinding maken met een externe fysieke schijf of een netwerkschijf en daarop een continu gesynchroniseerde back-up van al je bibliotheken (documenten, afbeeldingen, video's en muziek) bijhouden. Als je een specifieke map wilt back-uppen, kun je die gewoon opslaan in een van de standaardbibliotheken of er een nieuwe aangepaste bibliotheek voor maken.
Dit betekent dat je niet langer handmatig back-ups hoeft te maken; Windows regelt dit voor je. Het biedt de mogelijkheid om terug te reizen in de tijd naar een oudere versie van je bestanden en is erg handig voor klanten die niet willen betalen voor OneDrive cloud-opslag of er gewoon niet genoeg vertrouwen in hebben. Je kunt Bestandsgeschiedenis inschakelen door het op te zoeken via Windows Zoeken of in het Configuratiescherm (het oude Control Panel)
Let op: Microsoft promoot in Windows 11 meer OneDrive en Back-up via Instellingen, dus Bestandsgeschiedenis zit wat “verstopt” en is minder prominent dan vroeger.